Archive for the ‘Uncategorized’ Category

Classic albums: Ilse DeLange-World Of Hurt

9 augustus 2023

Vorige week werd ik erop geattendeerd dat het 25 jaar geleden is dat “World Of Hurt” van Ilse DeLange uitkwam. Het album, dat intussen meer dan 600.000 keer over de toonbank is gegaan, kan zich met recht scharen onder de klassieke albums van eigen bodem. Ik heb ‘m maar weer eens opgezet. De conclusie is nog steeds dat er geen slecht nummer op staat en de productie klinkt nog steeds fris en tijdloos.

De tijd vliegt. Vijf jaar geleden zat ik in Carré waarbij Ilse het album integraal live ten gehore bracht. Een bijzonder moment en een bevestiging van hoe bijzonder dit album is, niet alleen voor Ilse, maar ook voor mij.

Het was 1994, Ilse was net 16 jaar en trad op tijden het DCMA Gala (Dutch Country Music Association) in theater de Lampegiet te Veenendaal. Ze stond daar met Joop van Liefland op gitaar. Op die avond kreeg ik de DCMA Promotion Award uitgereikt vanwege een countrycampagne die ik had opgezet. BMG had bijna alle relevante artiesten in het genre onder contract, maar er gebeurde in Nederland weinig. Zo verkocht Alan Jackson op enig moment veel meer albums dan Michael Jackson.

Artiesten die daar populair waren kwamen nooit, want optreden in Europa betekende een financiële aderlating van een paar tonnetjes omzet met optreden in Amerika. Die avond in Veenendaal legde ik het eerste contact met Ilse en ook met de aanwezige Bob Saporiti van Warner Brothers Nashville, die zich vol bewondering uitliet over wat ik voor elkaar had gekregen met de BMG-campagne. Ik was direct verkocht toen ik haar zag optreden.

Met het talent van Ilse zou ik wellicht ook in Nederland uit de voeten kunnen. Zij vertolkte repertoire van een nieuwe lichting en ook nog eens op zeer overtuigende wijze. In Nederland was men nog steeds in het Tammy, Kenny, Dolly en Emmylou tijdperk. Ilse zong Martina McBride. Country & Western was al lang Country(pop) geworden. Haar talent was echter voor mij onontkoombaar.

Na mijn overstap naar Warner Music Benelux werden Saporiti (Global Peace Through Country Music) en ik collegae en zo nam ik als het ware Ilse onder de arm mee omdat mijn oude werkgever niet geïnteresseerd was in een “Country Wilma”. De intenties van de nieuwe directeur Albert Slendebroek voor Warner Music waren duidelijk. Zonder nationaal product heeft de firma geen identiteit en ik kreeg de taak om Nederlandse artiesten te vinden, te tekenen en zo nodig te ontwikkelen. Dat ik met Ilse kwam, daar was hij minder enthousiast over. Het budget moest bescheiden zijn en om nu alles op te souperen aan een countrydame, vond hij niet echt een goed plan.

Ik kreeg echter zijn steun, ook in het zoeken naar oplossingen en het was Bob Saporiti in Nashville die uitkomst bood om budget beschikbaar te stellen. Onder de bezielende leiding van producer Barry Beckett werd in alle stilte gewerkt aan een collectie van veertien songs. Een aantal tracks voor het album, maar ook B-kantjes (die bestonden nog).  Wij zouden het album uitbrengen en Nashville zou in aangepaste vorm volgen.

Tijdens het maakproces vloog ik ook nog met een KRO-delegatie bestaande uit Ruud Hermans, Jan Hovers en Dirk Schouten naar Nashville voor een reportage rondom het album. Het verhaal was bijzonder. Nederlandse artiest met een Amerikaans contract. De KRO ging ervoor. Deze special is nog steeds te zien op YouTube, inclusief een ‘achter de schermen’ reportage.

Bij maken van de albumvolgorde had ik slecht nieuws voor wat betreft de B-kantjes. Er was naar mijn smaak geen nummer dat op het album mocht ontbreken, dus besloot ik om alle veertien op te nemen in de koppeling, vier daarvan waren van Ilse DeLange zelf die zich ook zou ontwikkelen tot een uitmuntende componist en tekstdichter.

Een artikel in de Stentor, een optreden in Spijkers Met Koppen op de radio, werd opgevolgd door een iconisch optreden bij Paul de Leeuw waar zij een met een coupletje en een refreintje zittend met gitaar op de bank naast Paul de Leeuw en Winston Gerschtanowitz een miljoenenpubliek omverblies met “Just Like The Moon” en een stukje accapella.

De rest is eigenlijk geschiedenis, al mag niet onvermeld blijven dat het erop lijkt dat het succes zo maar uit de lucht is komen vallen. Dat is het zeker niet. Er zitten vier jaar tussen vanaf dat eerste moment tot de release. Daarin hebben wij zeker niet altijd de wind mee gehad en moest er keihard geknokt worden om ook anderen te overtuigen. Er is ook een groot voordeel als je (nog) niet opvalt. Dan kan er in alle rust worden gewerkt, zonder druk van buitenaf.

Ik ben daarna zelf nooit meer van het pad afgeraakt dat de optelsom van het muzikale talent en de potentie die ik er zelf in zag of hoorde doorslag geeft en ik eigenlijk binnen een paar tellen overtuigd kan raken. Ilse was een soort ‘marker’ voor de weg die ik zelf insloeg. Als het mij raakt, dan is dat het enige argument en laat mij door niets en niemand van de wijs brengen.

Zo kwamen ook o.a. Krezip, Relax, Rosemary’s Sons, Erwin Nyhoff en de Amerikaanse Beth Hart op mijn pad en onder mijn hoede. Maar ook na mijn Warner tijd ben ik nooit gestopt met het ontwikkelen van oprecht muzikaal talent met een perspectief op een lange muzikale carrière waarbij ik mij nooit op trends heb gericht. Sabrina Starke, Kensington, Causes en The Vices volgden onder andere nog.

Tot de dag van vandaag (morgen en daarna) zal ik me inzetten om talenten te blijven vinden en ontwikkelen. Ilse was echter een geweldige kick-start voor ons beiden en een uniek verhaal.

https://open.spotify.com/embed/album/4cfMqW4uICDNhkn58pPH4r?utm_source=generator

Artiesten, de straat op!

7 mei 2020

Om te spelen natuurlijk…

Nu wij langzaam maar zeker terug mogen keren naar ‘het nieuwe abnormaal’ staat de kunst-en cultuur sector achter in de rij te popelen om weer aan de gang te mogen gaan. Deze sector mag dan goed zijn voor 3,7 procent van het nationaal inkomen, het is in deze sector ‘als eerste eruit en als laatste erin’. De podia, theaters (inclusief de horeca), makers, producenten, vormgevers, technici, cateraars, een hele rits aan belanghebbenden staan aan de kant. De eerste miljoenen om de podia en theaters overeind te houden zijn dan misschien binnen, het is ook duidelijk dat dit niet genoeg is om in leven te blijven en intussen buigt met zich over de anderhalve meter afstand samenleving. Laten we het positief bekijken…Het zal een uitdaging zijn.

 

Helemaal onderaan deze keten staan de artiesten, de gezelschappen, orkesten, bands die het als ZZP’er het deze maanden met de TOZO regeling moeten doen. Een doekje voor het doodbloeden dus. Dan denk je helemaal onderaan de keten te staan, maar er is ook nog zoiets als ‘talentontwikkeling’, een vak waar ik mij al meer dan twee decennia mee bezig probeer te houden binnen de muziekbranche. De kunstenaar van morgen is wel de allerlaatste die een podium krijgt en dat is juist van zeer groot belang. Alle goede bedoelingen ten spijt dreigt niet alleen een kaalslag, maar ook het verlies van een gehele nieuwe generatie kunstenaars, muzikanten. Met enige droefenis kijk ik toch naar alle goedbedoelde optredens van artiesten voor de verpleeghuizen, om onze oudere en kwetsbare mensen een steuntje in de rug te geven. Ook de zogenaamde lockdown sessies, zonder publiek. Prachtige initiatieven, maar aan het einde van de maand staat de huurbaas ook weer met zijn opgestoken hand om de huur te innen…Het is nu tijd om iets terug te kunnen doen.

Ik ben op dit moment samen met Llewy Isselt, waarmee ik meer initiatieven aan het ontwikkelen ben en met een zeer klein team, hard bezig om een initiatief uit te rollen om juist de talenten die nog geen landelijke (media) aandacht hebben de mogelijkheid voor een podium te bieden. Daarbij is het terug naar de basis, terug naar de straat. Met de versoepeling die er nu gaande is, moet het mogelijk zijn om dit op een verantwoorde manier te ontvouwen. Ik zou het graag beginnen in de stad waar ik geboren ben (Haarlem) maar het moet landelijk kunnen Ik zoek hiervoor supporters, medestanders, (lokale) gemeentelijke beleidsmaker, partijen uit de lokale kunst en cultuur sector, kopstukken en lokale media die een positieve rol kunnen en willen spelen in dit proces. De APV (algemene plaatselijke verordeningen) verschillen per gemeente, dus ik zou ook graag vanuit de verschillende gemeentes supporters, ambassadeurs (geef het een naam) willen genereren. Er is een facebook pagina geopend als platform om een breed draagvlak hiervoor te creëren onder de naam Koperen Ko-rona

https://www.facebook.com/koperenkorona

Ben je onderdeel van deze sector en wil je een actieve rol spelen, vind ons leuk, volg ons of/en laat een boodschap achter.

In praktijk zou het raamwerk voor het concept er als volgt uit kunnen zien:

Straat optredens in centra van de grotere steden toestaan onder versoepelde voorwaarden APV (Algemeen Plaatselijke Verordening) over een aantal maanden verspreid (juni-september). In samenspraak met de gemeente

Optredens op geschikte openbare plekken, met in acht neming van anderhalve meter afstand en volgens de richtlijnen van de overheid en het RIVM.

Op zaterdag en (koop)zondagen tussen 13:00 uur en 17:00 uur

Selectieprocedure (online) door een team van experts uit verschillende geledingen die onder deze speciale aangepaste verordening het talent zullen selecteren.

In een vastomlijnd programma meerdere optredens per dag van 20 minuten. Half uur verplaatsen naar een andere plaats en dan wederom 20 minuten, enz.

Controle door vrijwilligers i.s.m. handhaving.

Samenwerkende partijen:

De gemeente (is voorwaarde), partijen, koepels en personen uit de lokale kunst en cultuur sector,

(lokale) media, sponsors, supporters, ambassadeurs etc.

Liesbeth List – Echo

28 maart 2020

Liesbeth List en ik hebben elkaar eigenlijk pas echt goed leren kennen toen Ramses overleed in 2009. Voor mij gold Liesbeth als enige echte erfgenaam van Ramses Shaffy (Shaffy had geen familie) en een dag na zijn overlijden zaten haar echtgenoot Robert Braaksma, Shireen Strooker, Kitty Courbois, buurman en testamentair executeur Peter Heijligenberg en ik bij Liesbeth thuis in Amsterdam om te bespreken wat er in het testament stond en wat er moest gebeuren rond de uitvaart. De mening van Liesbeth was voor mij leidend. De begrafenis van Ramses is niet alleen de grootste productie geweest uit mijn carrière, de relatie die daaruit is ontstaan met Liesbeth en haar man Robert leidde tot een bijzondere samenwerking waarover later meer. Zo regelde Liesbeth destijds de zwarte koets bij Cor van Zadelhoff, die zij persoonlijk kende en regelde ik onder andere de begrafenis ondernemer David Elders en via mijn vriend Peter Mol, bij de gemeente Amsterdam,  Theater Carré waar men voor de laatste keer afscheid kon nemen.

Na de begrafenis van Ramses hebben Liesbeth, Robert en ik er ook voor gezorgd dat er een passende grafsteen is gekomen  voor Ramses op  Zorgvlied. Het moest een imposant, maar ook stijlvol graf worden. We liepen op Zorgvlied om een plekje uit te zoeken en daarbij passeerden wij  het graf van Martin Bril waarop de tekst “Enfin”stond.  Daar stelde ik de simpele tekst “Leef” voor, die ik geleend had vaneen muurschildering van Ramses bij het Dr. Sarphatiehuis. Kort, krachtig en treffend. Liesbeth en Robert waren het er meteen mee eens. We hebben ook best gelachen tijdens onze zoektocht naar de perfecte plek voor Ramses en er was altijd ruimte voor humor en  Liesbeth kon daar ook wat van. Robert was gortdroog en van Liesbeth, een chique dame behept met een prachtige dictie wanneer zij sprak, herinner ik mij dat ze de opmerking plaatste: “Als ik er niet meer ben, dan kunnen ze mij met een urn bovenop het graf van Ramses zetten”.  Robert was ook een uitstekende gastheer wanneer ik aan de tafel bij haar thuis zat voor een bespreking en was met recht de sterke man achter de tengere maar o zo sterke vrouw. Hij had zijn verleden als (culinair) restauranthouder en je kon nooit afspreken zonder dat er iets te snacken en te drinken was. Dat laatste dan bij voorkeur witte wijn. Ik herinner mij ook dat hij zelf ooit verklapte dat hij dol was op ‘het speciaaltje’ van de Febo. Ik zal, naast het telefoontje van Liesbeth met het bericht dat Ramses was overleden, ook nooit vergeten dat ze mij belde op de dag dat Robert was overleden met de vraag wie de uitvaart van Ramses had geregeld. Zij wilde dat ook voor Robert.

Hoe onze samenwerking zich ontplooide heeft te maken met het Ramses Shaffy “Leef! “ project ter ere van Ramses’ 80e verjaardag dat ik eerder beschreef.  Natuurlijk moest en zou Liesbeth een nummer van Ramses opnemen voor dat eerbetoon en dat werd “Ik denk Over Je Na, Amsterdam” opgenomen en geproduceerd door Lené te Voortwis en Ton Snijders. Uit die samenwerking is vervolgens een heel album voortgekomen en dat ontstond tijdens mijn autorit terug vanuit de studio van Ton terug richting Amsterdam. Vanwege het Ramses Project had ik een Cd’tje gemaakt met daarop allemaal MP3’s van de liedjes van Ramses. Toen wij instapten en de muziek meteen begon te spelen wilde ik deze uitzetten omdat ik er vanuit ging dat Liesbeth genoeg Ramses had gehoord. Liesbeth weerhield mij er van om dat te doen en het viel mij op dat Liesbeth tot mijn verbazing niet eens alle liedjes kende die Ramses had vertolkt en ook helemaal niet naar zijn liedjes luisterde. Dat werd gisteren nog eens bevestigd in het TV programma “Het Laatste Woord” van Jeroen Pauw waarin Liesbeth een interview heeft afgegeven dat na haar door uitgezonden zou worden: “Ik heb dan misschien veel liedjes samen met hem gezongen, maar zijn liedjes heb ik solo niet echt noemenswaardig gezongen, beluisterd of opgenomen” vertelde ze mij.  Zo ontspon zich een gesprek dat leidde naar een nieuw album. Nog vol van verbazing over haar uitspraak vertelde ze mij over een “Liesbeth zingt Theodrakis” en een “Liesbeth zingt Brel” , waarna ik voorstelde om een “Liesbeth zingt Ramses” op te gaan nemen. Een prachtig drieluik bovendien, maar ik verbaasde mij nog steeds over het feit dat daar nog nooit eerder aan was gedacht.

Het album is er ook gekomen. In de keuze van de liedjes kreeg Liesbeth de volledige vrijheid en zij koos voor liedjes van Ramses, die echt ook van of voor haar zouden kunnen zijn. Ik wilde het album niet de bovenstaande titel geven, dat vond ik te gemakkelijk,  maar stelde “Echo” voor, een titel van één van de liedjes die zij zou opnemen. Liesbeth was het er meteen mee eens. Met dezelfde producers (mix Tijmen Zinkhaan) en medewerking van Frank Boeijen, Peter van Benthem, maar ook Typhoon, die meteen ‘ja’ zei op het voorstel om iets samen op te nemen, bracht ik het in 2015 uit via Innercore Music/[PIAS] . Het album is niet het meest commerciële album maar het moest vooral puur en eerlijk klinken, passend bij de fase in haar leven, dat hebben de producers prachtig uitgewerkt tot een intiem portret en ode aan Shaffy. De fotosessie met fotograaf Koos Breukel, het artwork van Jolein Zijlstra, leverde een prachtige albumhoes op. Het blijkt nu ook het laatste album te zijn geweest dat Liesbeth List heeft opgenomen.  Ik denk met heel veel genoegen aan Liesbeth,  Rob en aan dit proces terug.

 

Ramses Shaffy bijna 87 jaar maar nog steeds springlevend

30 november 2019

“Menno, het is gebeurd…Ramses is overleden” Het was met die boodschap dat Liesbeth List mij morgen precies 10 jaar geleden opbelde. Dinsdag 1 december 2009, het was vroeg in de ochtend en het kwam niet geheel onverwacht, maar Ramses had al meer verbazing gewekt met het manipuleren van zijn gezondheid ten opzichte van het medische dossier dus kwam het nieuws  toch plotseling. 76 jaar oud was hij. Liesbeth was naar het Sarphatiehuis gereden en had zijn laatste momenten meegemaakt nu was het dan ook zover gekomen dat de slokdarmkanker zijn vernietigende werk er definitief op had zitten.

Ik dacht zelf dat hij de 80 wel zou halen, want met een dergelijk gestel en een dergelijk herstel had dat zo maar gekund. Als manager van Ramses had ik daar in ieder geval met een financieel muzikaal plan rekening mee gehouden. Toen hij door bemiddeling van Liesbeth List een aantal jaren ervoor in het Sarphatiehuis terecht was gekomen dacht men eigenlijk dat het eerder een kwestie van maanden dan van jaren zou zijn dat Ramses zou overlijden. Op zijn hersenscan waren “gaten” te zien, als gevolg van die ziekte van Korsakov, al heb ik begrepen dat dit nooit officieel is vastgesteld. Toen ik de indringende documentaire van Pieter Fleury bekeek, kon ik nog niet bevroeden dat het steeds beter met hem zou gaan.

Bevrijdingsfestival Haarlem 2006

Hij zat in het verzorgingshuis aan de Roeterstraat, niet voor zijn zweetvoeten zoals Liesbeth dat altijd zei. Het een plek waar Ramses door een regelmatiger leven ook echt beter werd. Het gevaar lag er echter ook altijd op de loer. Er waren lieden in die tijd die Ramses meelokte het uitgaansleven in en als hij al werd teruggebracht, was dat in kennelijke staat. Hij hield aan deze optredens niets over en werd beloond met de fles. Geestelijk en lichamelijk duurde het dan weer een paar dagen voordat hij zich had hersteld. Dat hij in de late herfst van zijn leven zo werd misbruikt, dat moest gestopt worden.

Ik kwam via accountant Bert Pieffers van Ernst & Young. Via mijn schoonvader leerde ik Bert kennen. Bert was bezig om schilderijen van Ramses op te snorren, te documenteren en had van Ramses opdracht gekregen om deze ook te verkopen. Nu had ik al een Herman Brood, maar een schilderij van de Rock ’n Roll Chansonnier kon er wat mij betreft nog wel bij. Ik reed naar het kantoor in Amsterdam alwaar ik een schilderij kocht en in gesprek raakte met Bert die mij vertelde dat hij veel meer deed dat alleen de financiën en dat kon eigenlijk vanwege nieuwe aangescherpte regels in de accountancy niet. Zo werd ik de manager van Ramses Shaffy

In het verzorgingshuis was daar mijn steun en toeverlaat Edith Huijer, een no nonsens medewerkster die uitgroeide tot de grote vriendin en beschermheilige van Ramses.  Met haar besprak ik wekelijks hoe het ervoor stond, welke muskieten zij had kunnen afweren en wat er nog mogelijk was in zijn staat. Vaak ging dat goed, soms ging het mis, maar ik vond dat hij vooral de dingen moest doen die hij leuk vond. Ramses was het daar roerend mee eens. Het doen van Interviews behoorde daar zeer zeker niet toe. Het optreden tijdens het Bevrijdingsfestival in Haarlem in 2006 beschouw ik als het live hoogtepunt in onze samenwerking en daar zijn velen het met mij over eens. Betrouwbare factor daarin was de band Alderliefste. Samen met Liesbeth List waren dat de mensen aan wie ik Ramses met een gerust hart mee kon geven.

Ik realiseerde mij dat hij zo maar 80 zou kunnen worden en dan zouden de financiën niet voldoende zijn. Hij werd goed verzorgd en kreeg iedere week €250,- cash vanuit zijn eigen BV, maar zijn optredens werden minder. Wat er precies met dat bedrag gebeurde? Geen idee. Een gedeelte ging in ieder geval op aan sigaretten en een ander gedeelte werd besteed bij een Italiaans restaurant op steenworp afstand van het Sarphartiehuis, al had ik daar een regeling getroffen dat ze mij daarvan bonnetje konden opsturen en dan zou ik dat geld overmaken. Ik heb deze bonnetjes soms met verbazing bekeken. Zeker op het moment dat er een nota kwam met voornamelijk alcoholica met ergens nog een Italiaans gerecht erin verscholen. Ramses dronk alleen wijn, dus kan het niet anders zijn dat hij ook vrijgevig was, want er stonden ook vaak gedestilleerd op de bon.

Het plan dat ik had gemaakt was in samenspraak met Roy Teysse van Universal. We zouden een album opnemen met Ramses waarbij hij liedjes zou opnemen van artiesten die door hem waren geïnspireerd. “Stil In Mij” van Van Dik Hout is daar als voorbeeld op tafel gelegd. Dan hoefde ik hem alleen maar een aantal keren naar de studio zien te krijgen om de zang op te nemen. Het leek zo mooi, maar Ramses had er geen zin en als hij ergens geen zin in had wist ik dat het geen enkele zin zou hebben om het te forceren. Universal haakte op dat moment af en dat begreep ik ook.

Mijn plan B werkte wel. Alderliefste was juist bezig met een nieuw album en Ramses wilde nog wel zijn eigen liedjes zingen en bovendien was hij wel genegen om met de groep de studio in te gaan. Dat ging twee liedjes goed, maar zijn gezondheid verslechterde zo dat ik deze helaas op de plank moest leggen. Na het overlijden heb ik deze twee liedjes (“Eiland van Weleer” en “An en Jan”) tevoorschijn gehaald, zijn ze opgepoetst door producer Gabriel Peeters en heb ik deze samen met Unversal Music uit kunnen brengen onder de titel “Leef” op de dag dat Ramses Shaffy 80 geworden zou zijn (29 augustus 2013) Het werd een groots eerbetoon van Nederlandse artiesten aan Ramses Shaffy. Het was een monster productie, met veel tegenwerking maar kwam uiteindelijk op de derde plaats van de albumlijst terecht en dat is de hoogste notering  van een Ramses Shaffy album ooit.

Het zijn mooie herinneringen aan een fenomeen dat ik van nabij mee heb mogen maken. Ik toost echter liever op zijn geboortedag in augustus dan op de dag dat we hem kwijt raakten. Alhoewel, ik wil Ramses niet teleurstellen…Proost!

Geen deelname songfestival wegens resultaat… Het jaar dat ik het songfestival om zeep hielp

22 mei 2019

Nu de storm van het winnen van het songfestival weer een beetje is gaan liggen viel mij toevallig een facebook post op van Manon Koers, die mij herinnerde aan de deelname van Michelle Courtens aan het evenement in 2001 en waarvan zij manager was. Ik had het bijna verdrongen, maar moet nu toch maar eens met de billen bloot. Ik werkte destijds bij Warner Music en het was het comité kennelijk opgevallen dat ik met het contracteren en uitbrengen van albums van Ilse DeLange en Krezip best verstand zou kunnen hebben van liedjes en wellicht een goede aanvulling zou zijn om mee te beslissen wie er naar het songfestival zou mogen. De filosofie en resultaten fluctueerden nogal in de voorgaande jaren en het was de bedoeling dat het deze keer door middel van een open inzending zou komen tot een (onbekende) kandidaat die zowel commercieel als kwalitatief hoge ogen zou kunnen gooien.

Omdat het liedje centraal moest staan zou er ook vanuit de compositie worden gekozen. Nu had ik een pesthekel aan het songfestival, dus het zou heel sterk zijn geweest om deze taak te weigeren. Het songfestival was voor mij een circusact waarbij de clown met de grootste fopneus de winnaar is. Het vlees is echter zwak, dus ik zei ‘ja’ met als uitgangspunt dat ik de illusie had om een positieve bijdrage te kunnen leveren aan de verandering van een knutselclub werk naar een artistiek verantwoord kunstwerk.

Ik werd voor deze job benaderd door Frans Vreeke, die opdracht had gekregen om een jury samen te stellen waarin ook Daan van Rijsbergen, Ad Kraamer en Willem van Beusekom als opperrechter deel van uitmaakte. Er werden een aantal middagen georganiseerd waarbij wij ons door een berg cassettes (ja ja) heen worstelden. Een worstelpartij was het omdat het ook de bedoeling was om een breed geschakeerd pakket neer te leggen waaruit in een zinderende finale een kandidaat zou worden gekozen door een jury en het publiek. Wat ik mij kan herinneren is dat de geijkte songfestival componisten ook nu weer hun liedje instuurde en dat er voor mij eigenlijk maar één echt goed liedje was en dat was van Michelle “Out On My Own”.  De nationale finale was toen nog een TV moment en werd gepresenteerd in Ahoy door Paul de Leeuw. Daan van Rijsbergen mocht niet meer meedoen als jurylid, want die had intussen Michelle getekend op zijn label, een slimme zet maar waarmee hij zichzelf niet meer als onpartijdig kon verkopen. Tot mijn grote vreugde werd “Out On My Own” ook verkozen als inzending om ons in Denemarken te vertegenwoordigen.

Het zou echter bij deze ene keer blijven dat ik gevraagd zou worden en op basis van het resultaat is dat ook wel begrijpelijk. Michelle mocht het festival openen en dat was de aller slechtste positie. Met het breekbare liedje kwam de uitzending en haar uitvoering niet echt op gang en eindigde ze op een troosteloze 18e plaats. In Nederland wist het liedje nog wel een top 10 notering te halen, maar door de uitslag werd Nederland een jaar later zelfs uitgesloten van deelname.

Is het daarna nog goed gekomen met Michelle en mijzelf? Jazeker. Michelle Courtens, studeerde cum laude af aan het Amsterdamse conservatorium in 2003 en is als professioneel zangeres, celliste (en multi  instrumentalist) en is regelmatig te bewonderen in musicals en aan de zijde van bekende artiesten.

Met mijzelf is het ook redelijk goed afgelopen, al heb ik naar het songfestival nauwelijks nog gekeken. Pas in 2013 durfde ik mij weer een keer te mengen in een discussie op facebook waarbij een aantal vakcollega’s hun prognose gaven. Op basis van de korte fragmenten die werden getoond, tijdens het tellen van de stemmen, probeerde ik ook een inschatting te maken. En verdomd, ik had de hele top 3 goed voorspeld!  Het is en blijft ook gewoon tenenkrommend vermakelijk om zo af en toe te kijken. Ook ik ben zo af en toe een ramptoerist, maar ook mijn zelfvertrouwen was hierdoor weer helemaal terug. Echt fan zal ik nooit worden, maar dat ben ik ook niet van de Formule 1. Niet de beste coureur, maar de beste auto wint.

Eigenlijk begon het songfestival voor mij pas weer interessant te worden toen Anouk mee ging doen, gevolgd door The Common Linnets, die zo ongeveer vooraf door iedereen werden afgebrand.  Na de jurk van Trijntje leken wij het weer een beetje kwijt te raken, maar met Duncan Laurence wist iedereen het zeker en daarom hebben wij er allemaal (weer) verstand van, toch? Hopelijk is dit het begin van zijn carrière, want het songfestival is al vaak genoeg het eindstation geweest  voor  (inter)nationale faam. Uiteindelijk heb ik zelf ook Ilse een beetje opgevoed, dus komt dat ook hopelijk wel goed.

 

I Would Stay…Of het verhaal over de videoclip van Krezip die er bijna nooit was gekomen

31 januari 2019

Het moet de derde week van januari 1999 zijn geweest. Eurosonic-Noorderslag in Groningen. Ik was daar onder andere vanwege een optreden van Ilse DeLange en stond ergens backstage toen er werd aangebeld. Omdat ik het dichtst bij de ingang stond, deed ik de deur open en een sliert jong spul met gitaren op de rug kwam behoorlijk uitgelaten binnengestormd en riep mij een ‘bedankt meneer’ toe. Nu was ik nog geen meneer, ben dat eigenlijk nog steeds niet, maar dit leken mij welopgevoede kinderen. Ze mochten amper brommer rijden zo jong, maar ze stonden later op de avond maar mooi met hun rammelende maar uiteraard enthousiaste liveshow in de etalage van het Nederlandse showcase festival. Het was Krezip.

Dat optreden destijds bleef niet onopgemerkt, maar zo verstandig als de vaders van Jacqueline en Anne Govaert en Annelies Kuijsters waren in de rol van manager; eerst de school afmaken en rustig de tijd nemen om verder te rijpen was de duidelijke boodschap aan alle geïnteresseerden. Ik wilde deze band echter heel graag inlijven voor Warner Music en maakte dat mijn directeur voldoende duidelijk om hem mee te slepen in een keiharde bidding war om deze band naar ons toe te trekken. De timing was goed gekozen, maar we moesten tot het uiterste gaan, iets waar nooit spijt van heb gehad. Ik was volledig overtuigd van de potentie van deze band en zou en moest Krezip tekenen voor Warner. Bovendien was het een geweldig team om mee te werken en beseften wij terdege dat we heel voorzichtig moesten omspringen met deze jongelingen in een entertainment industrie waar surrogaat en realiteit hand in hand gaan wanneer je bekend wordt.

Intussen werkte de band in relatieve rust met top producer Oscar Holleman aan het eerste album en werd de band klaargestoomd voor het grotere werk. De E.P. ‘Run Around’ was een een voorproefje. ‘In Her Sun (Stupid)’ werd goed opgepakt door 3FM en nu was het plannen van het momentum om de eerste single van ‘Nothing Less’ uit te brengen. Dat was ‘Won’t Cry’.

Tot mijn grote frustratie en irritatie kreeg deze track niet de verdiende aandacht en ik wil niet spreken van een valse start, maar 3FM draaide de track maar mondjesmaat, zeker als je het afzette tegen de aandacht voor ‘Run Around’. Het was toch ook al een beetje hun bandje? Het was in ieder geval geen droomstart. Ik heb nadien de gouden plaat van het album ook nooit aan 3FM willen geven, vond ik onverdiend. Deze stond een lange tijd in mijn kantoor ingepakt in het beschermfolie. Ze lieten de band zakken vond ik. Deze trofee is na mijn afscheid naar mijn assistente gegaan. Zij verdiende ‘m meer in mijn ogen want ‘I Would Stay’ werd uiteindelijk door iedereen opgepikt. De rol van Pinkpop en ‘I Would Stay’ is hierin  doorslaggevend geweest. Wel was er de steun van clipstation TMF. De video van ‘Won’t Cry’, die bekend staat als ‘de paardenclip’ werd goed geprogrammeerd door Erik Kross, die er duidelijk wel heil in zag. Een echte knaller van een hit werd het niet.

Over de tweede single is nog wel wat discussie geweest. Het zou de ballad worden. De track ‘Fine’ had bij meerdere mensen de voorkeur, maar voor mij was dat ‘I Would Stay’. Intussen had ik André Freyssen leren kennen, een groot liefhebber van muziek en tevens begenadigd en creatief videomaker. Hij zou de song live op Pinkpop opnemen om daar een videoclip van te maken. Videoclips waren belangrijk in die tijd. We mochten gebruik maken van de camera’s van de NPS/VARA/VPRO en sloten daar een overeenkomst over af. Daarbij had André zelf nog vier cameramensen meegenomen die Krezip op de dag zelf ook zou volgen en uit meer hoeken en gaten de song ‘I Would Stay’ zouden vastleggen. Het moment moest in een paar minuten gevangen worden. Om dit te versterken regelde hij zelfs nog wat diehard fans om ze voor het podium mee te laten zingen en dat leverde de iconische ‘live’ video op en ook de definitieve doorbraak. De rest is geschiedenis…

…Nou nee hoor, nog niet. De geluidsopname bleek niet goed genoeg (luister naar de cello in de Pinkpop opname), waardoor de studio versie er onder gelegd moest worden. De beelden die wij nodig hadden kregen wij aanvankelijk helemaal niet van de NPS. Dat was te danken aan Niels Jansen onze perspromotor, of liever gezegd aan zijn ‘warme band’ met iemand van de publieke omroep. Niels had Krezip meegenomen voor een interview en na afloop kreeg hij de opdracht van de regisseuse om nog wat T-shirts aan te leveren voor het NPS personeel. Shirts die hij helemaal niet had. Het was ook helemaal geen vraag, het was een bevel waarmee hij kennelijk gedwongen goodwill moesten kweken. De naam van deze vrouw is ons beiden ontschoten, maar het was een uiterst merkwaardige en brutaal verzoek waarbij de TV productie arrogantie ons in ieder geval is bijgebleven. Ik sprak Niels gisteren om de details terug te halen en hij vertelde dat hij zelfs later op de dag nog werd herinnerd aan haar eis om T-shirts te leveren.

Deze storm leek over te waaien, maar niets is minder waar. Toen wij de dinsdag na Pinkpop via Hein Fokker (tussenpersoon namens de NPS) de beelden voor montage wilden ophalen kregen wij te horen dat we ze niet zouden krijgen. Mevrouw de chef had besloten dat wij daar naar konden fluiten. Ze was zeer onheus behandeld door onze perspromotor. Het was een bizarre ego gedreven situatie. Gelukkig was daar de overeenkomst die wij hadden afgesloten voor het gebruik van de beelden en met dit contract in de hand en de dreiging van een advocaat zijn de beelden ons alsnog gegeven. De rest is nu intussen wel geschiedenis en het resultaat van de video die er bijna niet kwam is hier onder te zien.

Het (w)algoritme van de popmuziek

17 november 2018

We leven toch in een fascinerende wereld van technische vooruitgang. In mijn branche  is dit, kort door de bocht;  van vinyl naar cd, naar download, naar streaming  (en weer een beetje terug  naar het vinyl) gegaan.  Daarbij horen de lijstjes, statistieken en tabellen. De Top 40, marktaandelen, luistercijfers en tegenwoordig kunnen we met Spotify en Google Analytics goed zien wie er wat volgt. Daarnaast is er een woord, dat wij in het dagelijkse leven nooit gebruikten, maar intussen bijna een stopwoordje is geworden en dat is het woord ‘algoritme’. 

Het woord stamt af van het Perzische woord ‘Gaarazmi’, als de logica daarvan na het lezen ontbreekt, dan snap ik dat. Maar het is dus een eindige reeks instructies die vanuit een gegeven begintoestand naar een beoogd doel leidt. Ja, ja, snap je het nog? Hiermee probeer ik indruk te maken, maar dat heb ik gewoon van Wikipedia. Om het enigszins begrijpelijk te maken dan is het te vergelijken met een recept in de keuken met als voorbeeld het maken van een aardappelsalade. Om dit te maken zal het ene recept om aardappelsalade te maken het hebben over “schil de aardappel” en “kook de aardappel”, maar bij een ander recept kunnen deze stappen dus precies omgedraaid zijn. Beide recepten zullen echter vragen deze stappen voor alle aardappelen uit te voeren en het eindresultaat is een lekkere aardappelsalade. Ah ja, ik begin het te begrijpen, denk ik (?)  Het is een beetje aardappels met peren vergelijken, maar Spotify werkt dus met algoritmes. Daardoor zit je dus tegenwoordig, met de door data gedreven deuntjes, lekker comfortabel in je eigen muziekbubbelbad. 

Het kijken, werken met en analyseren van lijstje is al zo oud als de weg naar Hilversum. Van de Top 40 naar de Top 100 en mensen hebben houvast nodig dus ook mensen die in de muziekindustrie zitten. Dus kijken we de hele dag naar statistieken en tabellen. Ik weet nog goed toen YouTube op kwam zetten. Ik ging met één van mijn artiesten naar een label en nog voordat er één noot was gehoord werden de YouTube views bekeken. Ik vond dat raar. Later gebeurde hetzelfde met de opkomst van Facebook, Twitter, Snapchat en Instagram. Likes, hartjes, volgers, daar gaat het om. Dan doe je ertoe.

Het is echter van alle tijden, want ‘vroegah’ keken dj’s vooral naar de amerikaanse en britse hitlijsten. Een hit in Amerika is de garantie voor een hit in Nederland werd ten onrechte gedacht. Maar het klopte soms ook en daar werd het gelijk uit gehaald. In plaats van het luisteren naar muziek werd er vooral gezocht naar een referentie en die haal je uit analyses en tabellen en dat is nog steeds zo. Als je dat gegeven echter analyseert, is het of je een koe in de kont kijkt, want je kunt alleen in het verleden kijken en niet in de toekomst, maar zo werkt het nu eenmaal voor een boel mensen. Dus moet je jezelf als respecterend artiest eerst eens flink aan je ‘socials’ werken voordat je serieus wordt genomen. 

Het valt mij op dat er de laatste jaren allerlei moderne PR-bedrijven uit de grond zijn gestampt die je kunnen helpen met je social media marketing strategie, spotify playlist placement, Influencer marketing en zo zijn er nog een paar deftige woorden voor abstracte dienstverlening. Wat er aan ontbreekt, is waar het allemaal eigenlijk echt om draait en dat is de liefde voor de muziek zelf. Natuurlijk is dat een romantisch oude gedachte en kunnen we de klok niet terug draaien. Net zo min als zo maar uit de EU stappen, maar we slaan met z’n allen wel een beetje door met het koekeloeren naar muziek(tabellen) in plaats er naar te luisteren.

Hip hop is dood, lang leve de gitaar!

3 maart 2018

Je moet wat doen om aandacht te trekken, dus bedacht ik maar een kop boven dit stuk dat op zijn minst gezegd op dit moment controversieel is. Is de wens is de vader van de gedachte? Neen, die vlieger gaat niet helemaal op.

Toen ik ergens in het begin van dit decennium bij Warner Music een journalist tegenover mij kreeg met de vraag waarom majors toch zo weinig aan hip hop deden, ging ik bij mijzelf na hoe dat dan precies zit voor mij persoonlijk. De ‘classic hip hop’ kon mij best bekoren. N.W.A. , A Tribe Called Quest, Erik B. and Rakim, Public Enemy , Wu-Tang Clan stonden regelmatig op mijn eigen playlist, maar ook bijvoorbeeld Spookrijder en Def P. /Osdorp Posse, Extince en recenter Opgezwolle, De Jeugd van Tegenwoordig en Typhoon konden op mijn persoonlijke goedkeuring rekenen. osdorp-posse

Mijn keuze was (en is) niet zo zeer genre gericht (of er moet iets van ‘pop’ in zitten) maar vooral gebaseerd op de twee soorten muziek die er zijn. Goede en slechte muziek en dan sla ik voor het gemak de muziek over waar je de schouders bij optrekt, muziek die niemand echt opvalt. Zo simpel kan het zijn.

Trio Bier, Ilse DeLange, Flemming , Krezip, Deire, Erwin Nyhoff voldeden destijds aan ‘mijn norm’, maar ik kon het tegelijkertijd aanvullen met Postmen, Relax en Ali B., die ook bij Warner onder contract stonden. Mijn antwoord aan de journalist was dan ook dat toch bijna één derde van de artiesten hip hop (gerelateerd) was. Geen slechte score dacht ik zo.

Maar wat is er toch aan de hand momenteel? Waar is de gitaarmuziek toch gebleven? Sinds de illegale downloaders Spotify en Youtube hebben ontdekt is hip hop zo ongeveer de belangrijkste muzieksoort geworden. Tenminste, dat wil men ons doen geloven. Als je het niks vindt, tel je niet meer mee. Giitaarrocker

Dat hip hop het zo goed doet, is niet erg . Wat wel erg is, is dat we niet alleen de goede hip hop om de oren krijgen, maar ook de erbarmelijk slechte.  In een uiterste vlaag van paniek om zieltjes te winnen krijgen wij nu ook het kaf voorgeschoteld.  Niet alleen omdat het onderscheid niet meer gemaakt kan worden, maar ook omdat de vaderlandse radio alle weggelopen kids terug aan de FM wil krijgen. Dat is zo ongeveer gelijk aan de poging om met een infuus een skelet nieuw leven in te blazen.

Oké, mijn vocabulaire is wel verrijkt met ‘money over bitches/MOB’, kechs, tatta, chickie , flex, moederneuker en nog veel meer, maar het merendeel van de liedjes zullen het etiket ‘classic’ nooit halen, zijn eigenlijk ook niet echt ‘ radioliedjes’. Ze mogen wat mij betreft net zo bestaan zoals ‘dance’, een andere muziek cultuur die je niet hoort op de radio en een geheel eigen circuit heeft.  Bovendien wordt er nu vanuit gegaan dat ALLE jeugd alleen maar naar hip hop wenst te luisteren en dat is dus niet zo.

Het zal wel weer een beetje overwaaien, dat is met iedere trend zo, maar ik help daar graag een handje  aan mee. Zeker als het gaat om het kind van de rekening en dat is de gitaar. Zowel elektrisch als akoestisch. Het zijn bijna museumstukken geworden. Dus een beetje minder beats a.u.b. en concreet dus meer EUT, The Brahms maar ook Korfbal , Jagd, Beaux de komende tijd.

Ik geloof in de revolutie en weet zeker dat er een lichting staat te popelen om gehoord te worden. Ook de mannen en vrouwen met gitaar of piano zullen binnenkort het roer overnemen. Niet omdat het een trend is, maar het is de tijdloosheid die het altijd wint.

Lang leve de gitaar!

DE PERFECTE POPSTER

11 januari 2018

Bestaat er iets al de perfecte popster en wat is de perfecte popster dan? Waaraan moet hij of zij voldoen? Worden zaken die zich naast het podium afspelen dan ook meegerekend? In het geval van Boef zou dat laatste in ieder geval, na de afgelopen paar weken, de doodsteek zijn geweest. Nu krijg ik ook niet echt de indruk dat Boef enige moeite heeft gedaan om de totale perfectie na te streven,

Dat kan ook niet, want er blijven altijd omstandigheden of eigenschappen waar je als artiest geen vat op hebt. Karakter en vorming door opvoeding zijn, naast het pure talent, best bepalend. Er zijn altijd nog de verleidingen waar grote artiesten bloot aan staan. Heeft alles te maken met het beroemd zijn. Kijk maar eens naar de golfsport. Tiger Woods, was eens de gevierde, smetteloze, perfecte golfende huisvader die braaf en achteloos zijn hole-in-one’s sloeg. Toen hij de holes op buitenechtelijk vlak ging vullen en er een heksenjacht werd ontketend viel het perfecte masker af en hij raakt tegenwoordig nog geen skippybal.  Neen, de perfecte mens bestaat niet, laat staan de perfecte popartiest, maar er zijn er wel een aantal die de perfectie heel dicht weten te benaderen. John Mayer is zo’n artiest.

John Mayer

Ik volg ‘m al vanaf zijn eerste album en vanochtend hoorde ik één van zijn meer recente tracks. Dan was het smerig goede, geslepen, perfect geproduceerde ‘Helpless’ waarvan Nile Rogers alleen maar had kunnen dromen dat hij het had mogen produceren. Bah, zo goed gedaan! Net even anders, soulvol, funky en toch zo reten commercieel dat je het gewoon niet goed mag vinden, maar dat wel gewoon moet toegeven. ‘Bijna perfect’, zeg ik dan in dit geval. Wat is het toch met die man?

Toen ik met Sabrina Starke een aantal jaar geleden naar zijn concert in de Heineken Music Hal ben gegaan om te praten met zijn drummer Steve Jordan als optie voor een volgende productie bleef ik hangen voor het concert. Ik bedacht mij dat deze man de ene na de andere oorwurm uit zijn mouw schudt. Dat niet alleen, hij is ook een zeer begenadigd gitarist heeft een gezegende zwoele, soulvolle stem, met een superband achter zich en tot slot (en dat wist ik uit de bladen) had hij ook nog alle meisjes met dat lekkere koppie van hem. Ik noem een Jennifer Love Hewitt, Jessica Simpson, Jennifer Aniston, Taylor Swift en Katy Perry. Allemaal perfecte exen! Nu lees ik dat hij weer op zoek gaat naar een nieuwe ex. En werkelijk niemand die het hem echt kwalijk neemt!

Met het luisteren naar ‘Helpless moest ik daar allemaal aan denken. Deze popster is perfect, of schuurt daar heel dicht tegenaan. Te perfect dan. Het kan niet anders of hij gaat vallen, want de perfecte popartiest bestaat toch gewoon niet?

Ik wil een genderneutraal popradiostation Hilversum 2.3

22 augustus 2017

Er is nogal wat gaande in Hilversum. Als het je niet is opgevallen, dan heb je de laatste weken alleen maar hele dag Spotify, YouTube of Radio 538 op gehad of onder een steen gelegen. Met name bij de nationale popzender 3FM ligt zo’n beetje alles overhoop en wordt nog steeds overhoop gehaald. Alles voor de cijfers, want die zijn nog nooit zo slecht geweest, de programmering nu al twee keer omgegooid in een jaar tijd. Als voorlopig laatste zet is Giel Beelen exit en wordt Frank van der Lende weg gebonjourd naar het weekend. Ik lees vooral veel cynisme bij het vertrek rond de laatste anchorman van het popstation, Giel. Zijn handelen, maar nog meer zijn salaris zijn een issue. Ik doe daar niet aan mee. De vlag wel uit, maar halfstok.  

Ik maak me echter wel druk over het dramatische verval. Waarom? ‘Because I care…’ Onverschilligheid is voor mij geen optie. Of het nu ‘music starts here’ of ‘altijd de eerste met nieuwe muziek’ is, ‘Serious Talent’ of ‘3FM Talent’, ze waren zijn de enigen die de vingers branden aan nieuwe popmuziek en daar hebben veel bandjes en artiesten baat bij gehad. Een heuse stoelendans en exodus ging eraan vooraf en men doet ons graag geloven dat het begon bij het vertrek van Koen en Sander naar radio 538. Nu speelden ze al commercieel radiootje bij 3FM en hebben intussen hun droombaan gekregen, maar het dus gewoonweg niet waar dat dit de aanzet is geweest.

Gerard Ekdom, Rob Stenders, Timur Perlin, Barend van Deelen, Annemieke Schollaardt, Paul Rabbering, zender coordinator Wilbert Mutsaers, samenstellers Basyl de Groot, Tijs van Liemt en nu Giel verlieten het zinkende schip. Parallel verliep de transitie van Radio 2, van pre-pensionado station van uitgekakte radio 3 coryfeeën naar een Radio twee en een half. Hoe je dat doet? Je haalt gewoon de kopstukken bij 3 weg en je verandert de programmering van een familie doorzon zender in een semi hippe popzender.

Hoe dat mogelijk is, moet wij misschien vragen aan Jurre Bosman, voormalig zendermanager van Radio 2 en nu interim zender manager van 3FM. Bosman is nu directeur van de NPO. Hij lijkt mij de aangewezen persoon die betrokken is geweest bij de modernisering van radio 2 waarbij 3FM langzaam werd leeg getrokken en naar de afgrond werd gestuwd. Als iemand al eerder bij had kunnen sturen, is hij het wel, lijkt mij. Nu in de rol van directeur heeft hij beide stations en moet zo langzamerhand toch wel in de gaten hebben dat 3FM de intussen de nek om is gedraaid? 

Een radiostation veranderen door alle poppetjes op een andere plek te zetten en de kreten een beetje aan te passen of luisteraars te vangen die al lang zijn afgehaakt getuigt niet van enige visie. Voorbeeld van lukraak handelen vind ik de aandacht van Roosmarijn Reijmer voor het tekort aan vrouwelijke Dj’s overdag. Prompt wordt er een blik vrouwen opengetrokken.

Reijmer is zelf mede verantwoordelijk voor de meest interessante programmering op de zender en blijft zelf zitten in de avond en dat begrijp ik dan wel weer. Dan zien wij dus in de nieuwe programmering de getalenteerde Frank van der Lende vervangen worden door Mark en Ramon, een kloon van Timur en Ramon, die met hun mamma appelsapjes en lachmachines moeten concurreren met de beste moppentoppers op Radio 10 van Rob van Someren of Koen en Sander. In plaats om nu echt de programmering en de inhoud aan te pakken en te vernieuwen, krijgen we slap aftreksel van slap aftreksel.  

In plaats om iemand met visie aan de slag te laten gaan wordt alles iedere keer omgegooid en wordt er nog steeds gekeken naar de anderen, terwijl het een kans was geweest om 3FM helemaal opnieuw op te bouwen. Als je niks hebt, kan het alleen maar meer worden.

In plaats van deze unieke kans te pakken, is de discussie gestart door Paul Römer om de STER te schrappen naast Radio 5 één van de twee popstations op te heffen. Gezien alle ontwikkelingen begrijpelijk, al is het maar de vraag of weer dan voldoende geld is om de kwaliteit op te schroeven. Ik lees van mediastrategen dat we het voorbeeld van Studio Brussel moeten volgen. Je hoeft geen mediastrateeg op je kaartje hebben staan om te weten dat dit al heel lang wordt geroepen door intimi. Het mag dan wel een soort vertrekpunt zijn, we moeten de Belgen niet proberen te kopiëren.

Noem mij een romanticus, maar ik geloof in een zich sterk onderscheidend publiek popradiostation. Maak allereerst van Radio 5 een ‘piratenzender’. We hoeven overigens niet meteen terug van horizontaal naar verticaal, maar rigoureus moet het zijn. Het is wat mij betreft in ieder geval tijd voor het nieuwe popstation en dat moet natuurlijk radio 2.3 zijn, een genderneutraal popstation met veel aandacht voor veel nieuwe muziek en vooral van eigen bodem. De kracht van de zender zit ‘m in een iets alternatieve muziekkeuze, Het redactionele karakter is Informatief maar niet belerend en er mag ook best gelachen worden. Pinkpop maakt plaats voor nieuwe trendy (muziek)festivals, Popronde enz. O ja, ik geloof in de langere termijn dus de talentvolle Dj’s groeien dan vanzelf in hun nu vaak nog te grote jas, als ze maar de tijd krijgen. Fuck de luistercijfers, het is nu 2.3Voor12!